Gevaren:In een groep fietsen brengt extra gevaren met zich mee. Je rijdt dicht op elkaar, je hebt minder overzicht, soms let je wat slechter op en dan is een ongeval snel gebeurd. Dit wil niemand. We wijzen daarom nog eens op een aantal punten waar we op moeten letten. We streven per fietsseizoen naar 0 valpartijen, 0 ongevallen en 0 incidenten.
Oversteken:We proberen drukke wegen zoveel mogelijk via rotondes of stoplichten over te steken. Helaas lukt dat niet altijd en moeten we één of meerdere drukke wegen oversteken, waar soms hard gereden wordt, zowel in Nederland, België en Duitsland. Neem vooral de tijd en kijk altijd zelf of het veilig is. Laat je niet opjagen. Indien je onzeker bent, stap dan af, wacht tot het voor jou veilig is en steek dan rustig te voet over. De groep heeft hier alle begrip voor en wacht altijd totdat iedereen over is. Geef anderen geen advies. Door het lawaai van de weg en andere omstandigheden kan er gemakkelijk een misverstand ontstaan met alle gevolgen van dien. Vertrouw alleen op jezelf!
Afstand houden:Houd voldoende afstand zodat je op tijd kunt reageren als iemand plotseling af moet remmen. Probeer, indien mogelijk, altijd rustig te remmen. Laat echter niet te grote ruimtes vallen, want dan zien de medeweggebruikers niet dat we een groep zijn.
Praten onderweg:
Natuurlijk is het gezellig om met de fietser naast je te kletsen, dat begrijpen wij als geen ander. Toch is het belangrijk dat je geconcentreerd en alert blijft fietsen in de groep. Dit voorkomt namelijk plotseling remmen of van de lijn afwijken. Veel ongevallen in een groep gebeuren door onverwachte omstandigheden, bijvoorbeeld door een plotselinge uitwijkmanoeuvre of een remactie.
Op- en afstappen:
Veel valpartijen komen voor bij het op- en afstappen. Zorg bij het opstappen/wegrijden dat je voldoende ruimte hebt en je versnelling goed staat.( lage versnelling ) Bij het afremmen en afstappen zorg je voor voldoende ruimte, ook voor een ander.
Tegenliggers en achteropkomend verkeer:
Ga bij tegenliggers achter elkaar fietsen. Geef anderen een signaal dat ze achter elkaar gaan fietsen.
Voor achteropkomend verkeer geldt hetzelfde.
In Duitsland op de gewone wegen fietsen we altijd achter elkaar. Alleen indien de weg verboden is voor auto’s, kunnen we naast elkaar fietsen.
Overig verkeer niet hinderen:
Als we stoppen zet je je fiets direct in de berm en ga je niet op de weg of het fietspad staan.
Groep bij elkaar houden:
Bij grote groepen kan de teamleider niet altijd de achterste persoon zien. Merk je dat de achterste persoon/personen verdwenen zijn roep meteen “stoppen” zodat de teamleider weer kan zorgen dat de groep compleet wordt.
Slecht wegdek:
Vaak gaan de routes over stukjes onverharde wegen. Ondanks dat we deze paden van te voren testen of ze goed genoeg zijn kan het voorkomen dat er toch los zand ligt, er losse steentjes zijn of het pad glad is door de modder. Door afstand te houden kun je het wegdek in de gaten houden. Mocht je onverhoopt toch op zo’n stukje terecht komen, houd dan het stuur recht, stop met trappen en probeer niet te remmen. Vaak corrigeert de fiets zichzelf.
Weersomstandigheden:
Zorg dat je bij warm weer jezelf beschermt tegen de zon. Smeer je goed in met een zonnebrandmiddel, draag een petje en drink voldoende water. Neem ook een extra flesje water mee.
Kun je slecht tegen de warmte blijf dan thuis. Boven 32 graden wordt de tocht afgelast.
Bij koud weer ligt onderkoeling en kramp op de loer. Kleed je in meerdere laagjes aan, zodat je jezelf goed isoleert. Trek handschoenen aan en draag eventueel een muts. Indien je niet goed tegen de kou kunt, blijf dan thuis. Onder de 15 graden wordt de tocht afgelast.
Bij harde wind ben je minder stabiel en kan het zijn dat je een lang stuk tegen de wind in moet fietsen. Houd hier rekening mee. Boven windkracht 4 wordt de tocht afgelast.
Fietshelm:
Ons dringend advies is om altijd een fietshelm te dragen.
Obstakels:
Helaas staan er vaker fietspaaltjes of andere obstakels op het fietspad of op de rijweg. Waarschuw de anderen voor zo’n obstakel.